Savannakhet, Pakxe en het Bolavenplateau
Savannakhet
Na een interessante busreis, waar de tijd gedood werd met Thaise actiefilms vol dood en verderf (we vroegen ons af wat de meereizende monniken en nonnen hiervan hebben gedacht), komen we in Savannakhet aan. In deze rustige stad met Franse invloeden hebben we het een dag kalm aan gedaan.
Pakxe
De temperatuur stijgt naarmate we meer naar het zuiden reizen. Dit maakt dat we alle activiteiten op een lagere versnelling doen en we ook wel eens een tempelbezichtiging overslaan. Als we weer contact zoeken met het thuisfront plannen we het bezoek aan internetcafe op het heetst van de dag, zodat we dicht bij de ventilator kunnen zitten. In Pakxe aangekomen, zetten we de versnelling weer wat hoger, want we gaan een scooter huren. Best wel spannend, want we hebben beide geen motorrijbewijs. De scooters (+/- 110 CC) waar iedereen op rondrijdt zijn echter niet erg moeilijk te besturen. Semi-automaat, zonder koppeling, dus dat moet te doen zijn.
In het guesthouse zijn ze te huur voor niet teveel geld en we besluiten om direct deze scooters te reserveren voor de komende 3 dagen. Ons plan is om het Bolavenplateau, ten oosten van Pakxe te bezoeken en dat kan het beste door met eigen vervoer te gaan.
Marjan heeft vroeger wel brommer gereden, maar ikzelf, Ivar, helemaal niet. Na de eerste bocht draai ik het gas open en voor ik het weet lig ik dus naast de scooter. Gelukkig alleen een schaafwond op m’n arm en een spiegel die scheef staat. Verder doet de scooter het nog. Rustig aan dus maar.
Bolavenplateau
Wanneer we buiten Pakxe zijn, wordt het verkeer rustiger en wennen we beiden meer en meer aan de scooter. Onze eerste bestemming is na 38 km de Tad Fane waterval. Een waterval die zichzelf 120 meter naar beneden stort. We zien alles van veraf en hebben gehoord dat er nog een plek is van waaruit je dichterbij de waterval kan komen. Na nog 2 kilometer komen we op een andere plek. Niet de plek die we dachten te bezoeken, maar toch is hier een andere hele mooie waterval, de Tad Yuan, te zien. Tijdens de wandeling terug naar onze scooters, begint het echter te hozen. Dusdanig, dat de bananenboom waaronder we staan ons niet meer droog houdt. Even verderop staat een koffieboer ons te wenken dat we in zijn hutje kunnen schuilen. Dus staan we met de hele familie van hem onder een klein rieten dakje dat ons in ieder geval droger houdt dan de boom.
Na bijna een uur geschuild te hebben, begint de zon weer door te komen. Als dank laten we een setje van de Big Brother Mouse boekjes achter (zie reisverslag Big Brother Mouse Project) en we vervolgen onze tocht. De donkere wolken blijven echter de zon de baas. Als we in de koffiestad Pakxong (eigenlijk een heel saai dorpje) aankomen om wat te gaan drinken, moeten we toch besluiten hier te gaan blijven. De regen houdt niet op en we willen geen risico nemen dat we ergens halverwege Pakxong en de volgende plaats met guesthouse blijven steken. De dame van het restaurantje weet wel een leuk guesthouse (van haar), even verderop.
Pakxong
Inderdaad is het een mooi guesthouse. Splinternieuw. We zijn, geloven we, de eerste gasten, en alles ruikt nog naar nieuw. De man die ons helpt is erg aardig en zijn twee neefjes zijn eveneens nieuwsgierig naar ons. Met onze boekjes knopen we een gesprek aan en leren we weer een paar woordjes Laotiaans. Erg leuk om te zien hoe geobsedeerd de twee jongetjes het boek met de Laotiaanse en Engelse woorden overnemen in hun eigen schrift. Wanneer we zeggen dat ze de boekjes mogen houden, zijn ze helemaal gelukkig. De vertegenwoordiger van het project in Luang Prabang had dus niets teveel gezegd over hoe de boekjes in het algemeen worden ontvangen.
In het eveneens pasgeopende restaurant worden we weer hartelijk ontvangen. We worden gevraagd wat we willen eten. Een menu is er niet. Op onze vraag of er kip is, wordt negatief gereageerd. Ook is er geen rundvlees, varkensvlees of vis. Uiteindelijk krijgen we met veel handen en voetenwerk, het vertaalboekje en het point-it boekje (nogmaals bedankt Angela en Henk) een diner van stickey rice, laap (een soort gehakt met kruiden) en een omelet voorgeschoteld.
De volgend ochtend gaan we, na een warme douche, weer verder. Eerst nog even een paar foto’s genomen van de gibbon die achter het huis woont. Deze tamme aap is blijkbaar het huisdier van de eigenaar van het guesthouse. Vanuit zijn boom slingert hij, ons nauwlettend in het oog houdend, het huis in om de kast te openen en hieruit een paar bananen te halen.
Onderweg is het qua verkeer erg rustig. Tanken kan in vrijwel ieder dorp. Wanneer er geen stationnetje is met 2 vaten (één voor benzine en één voor diesel), is er wel een stalletje met een aantal literflessen benzine. Zo rijden we van dorp tot dorp, tussen de koffieplantages en bananenplantages door. Een geweldig mooie omgeving en een fantastisch vrij gevoel.
Tad Lo
De tweede dag komen we aan in Tad Lo, volgens onze reisgids een mooi dorpje om een aantal watervallen te zien. Guesthouses genoeg en dus ook toeristen. Ook hier is het aantal Nederlanders (zelfs een stel uit Groningen, Mirjam en Gerben) erg groot. We zijn vrij vroeg, dus besluiten we op de scooter naar de meest verre waterval te gaan. De omgeving is echter zo mooi dat we door blijven rijden. Eigenlijk bij toeval worden we naar een dorpje geleid, waar we worden gewezen op nog weer een waterval. Na een paar honderd meter en een steile trap staan we ineens bovenaan de grote waterval. Van hieruit kunnen we de hele regio zien; een machtig gezicht. ’s Avonds na een lekker diner, een heerlijk toetje (gebakken banaan, geflambeerd met laolao) en een biertje duiken we ons bed in.
Jammer dat we er gebroken weer uit komen. De matrassen zijn sowieso niet erg dik in Laos, maar hier bijna afwezig. Ach, een paar keer rekken en strekken en het valt ook wel weer mee. Vandaag dus het laatste traject richting Pakxe. Bij het ontbijt treffen we Lisa, een dame die werkt voor een project met betrekking tot straatkinderen in Pnom Penh. Na haar verhaal te hebben gehoord, zullen we kijken of we daar nog een bezoek kunnen gaan brengen. We zien wel.
Inmiddels brandt de zon alweer behoorlijk en doen we onze helmen weer op. Het is tijd om de motor weer te starten.
UXO Lao, departement Champasak
Na een warme tocht, brengen we toch nog even een bezoekje aan de UXO Lao, departement Champasak, vlak voordat we Pakxe binnenrijden. Dit hadden we ons voorgenomen na ons bezoek aan het hoofdkantoor in Vientiane. We worden te woord gestaan door maar liefst 4 heren en zijn erg duidelijk in hun informatie. Zelf zijn we vooral geinteresseerd in hun projecten betreffende voorlichting. Na een half uurtje met hen te hebben gesproken, is voor ons echter duidelijk dat we niet aan de UXO Lao een bedrag zullen achterlaten, ondanks hun goede werk. De organisatie is daarvoor te groot en we kunnen te weinig concreet laten zien wat er met ons (of beter gezegd het geld van de sponsoren, zie Missie), wordt gedaan.
0 reacties